Fotograferen op reis: wat neem ik mee?

Vorig jaar maakte ik een reis naar Zuid-Afrika, een bestemming die al járen op mijn lijstje stond. Ik wilde natuurlijk niet het risico lopen dat mijn gear tekort zou schieten en ik al die geweldige safariplaatjes zou mislopen. Dus na het lezen van talloze blogs, het kijken van reviews en YouTube-filmpjes, besloot ik een telelens aan te schaffen (jawel, dezelfde als die ik jaren geleden had verkocht – zul je net zien 🙃).

Daarbovenop kocht ik nog een paar extra accu’s, macrofilters, twee andere lenzen én een compactcamera voor momenten waarop ik geen zin had om met mijn grote camera te sjouwen. En niet te vergeten: wat schoonmaakspulletjes, want we gingen natuurlijk op stoffige safari’s.

Al die spullen moesten natuurlijk ergens in mee, samen met de essentials voor onderweg: een flesje water, zonnebrand, wat eten, mijn tablet, e-reader, enzovoort. Ik koos voor een Tenba rugzak met een groot cameravak aan de achterkant en een uitbreidbare roltop. Superblij mee!

Hoe bepaal je wat je écht nodig hebt?

Helaas bleek die tas met al die gear toch behoorlijk zwaar... en spoiler: ik heb de helft niet gebruikt 🫣

Dit jaar staat er een rondreis door Noord-Macedonië op de planning. Wéér zo’n prachtige bestemming, maar dit keer wil ik lichter reizen. Daarom stel ik mezelf nu een paar praktische vragen voordat ik mijn cameratas inpak:

  1. Wat verwacht ik tegen te komen?

  2. Vind ik het erg om lenzen te wisselen onderweg?

  3. Wil ik een camera die in mijn zak of handtas past?

  4. Wil ik foto's met lange sluitertijden of macrofoto’s maken (en heb ik dus een statief, filters of een flitser nodig)?

Wat neem ik dit keer mee?

Noord-Macedonië heeft een rijke culturele geschiedenis, maar ook een indrukwekkende natuur en veel wildlife. Ik wil voorbereid zijn op zowel stadsfotografie als landschappen en dieren. Na het gesjouw van vorig jaar kies ik dit keer voor een travelzoomlens. Zo hoef ik minder vaak te wisselen en bespaar ik gewicht.

Omdat Noord-Macedonië bekend staat om z’n wilde bloemen en vlinders neem ik ook macrofilters en adapterringen mee. Voor mooie, zijdezachte watervallen, meren en beekjes gaan ook mijn ND-filters en een licht reisstatief mee.

Daarnaast gaat mijn compactcamera weer mee, handig voor op het strand, tijdens een kanotocht of bij een spontane wandeling. Die stop ik gewoon los in mijn dagrugzak of heuptasje – altijd binnen handbereik!

Hoe neem je het allemaal mee?

Ik wil het mezelf dit keer zo makkelijk mogelijk maken. Mijn cameratas wordt klein maar functioneel: camera, lens, filters, wat schoonmaakspullen en extra geheugenkaartjes. De rest – zonnebrand, water, snacks en een e-reader – gaat in een lichte dagrugzak.

Het statief hang ik aan de buitenkant van de tas, zodat ik binnenin meer ruimte en minder gewicht heb. Accu’s? Check. Geheugenkaartjes? Dubbelcheck.

Tips voor fotograferen op reis

Tot slot: een paar lessen die ik inmiddels heb geleerd (soms the hard way 😉):

  • Ken je gear: Test je lenzen, filters en statief van tevoren thuis. Je wilt niet op locatie ontdekken dat iets niet past of werkt zoals je dacht.

  • Wees kritisch: Neem alleen mee wat je écht gaat gebruiken. Alles “voor het geval dat…” stapelt sneller op dan je denkt.

  • Back-up je foto’s: Ik kopieer elke avond mijn foto’s op een tablet. Better safe than sorry.

  • Comfort is key: Een goede tas en draagriem maken écht het verschil. Zeker als je lange dagen op de been bent.

  • Vergeet niet te genieten: Soms is het mooiste beeld het moment dat je met eigen ogen beleeft, niet door een zoeker.

tot slot

Een goede voorbereiding maakt écht het verschil. Zo kun je én genieten van je reis én thuiskomen met beelden waar je blij van wordt.

Nu maar hopen dat ik deze keer wél alles gebruik wat ik meeneem. 😉